Beschrijving: De Baardman is ongeveer 16 centimeter en 9 tot 21 gram. Het verenkleed is kaneelbruin,
de kop is licht grijs en de vogel heeft een lange staart. Het mannetje heeft een grijze
kop en zwarte baardstreep. Het vrouwtje heeft een kaneelbruine bovenkop en heeft geen
baardstreep. Klimt langs rietstengels en vliegt snorrend en laag over het riet. Biotoop: Bewoont uitgestrekte rietvelden in meren- en plassengebieden, ook bij brak water. Voedsel: Voedt zich met insecten, 's winters met zaden. Nest: Het Baardmannetje bouwt een komvormig nest op omgeknikte riethalmen. Het vrouwtje legt in april tot juli 5 tot 7 bruingespikkelde eitjes. De broedduur is 12 tot 13 dagen. De nestduur is 10 tot 13 dagen. Beide ouders broeden en voederen. Het Baardmannetje broedt twee tot vier maal per jaar. Geografische verspreiding: Plaatselijk in Europa, Zuidwest- en Oost-Azië. In Nederland is het Baardmannetje een
schaarse tot talrijk broedvogel in rietmoerassen (Zwarte Meer, Flevoland, Naardermeer,
Midden-Friesland, Noordwest Overijssel, enz.) Verschijnt ook op doortrek en als
wintergast. Aantal: 200 tot 300 duizend broedparen in het aangegeven gebied. Namen:
Bron: o.a. De grote encyclopedie vogels van Europa (ISBN 90-438-0836-9) |