Bron: http://www.bingo-ev.de/~kh3515 - Onderzoeker: Klaus Haber Samenvatting De activiteiten van een koolmeespaartje zijn gevolgd, vanaf het begin van het eieren
leggen tot en met het uitvliegen van de jonge vogels uit het nest. De elektronisch
geregistreerde meetgegevens, zoals het aantal nestbezoeken in verschillende tijdvakken,
nesttemperatuur in vergelijking met de buitentemperatuur en voederfrequentie zijn in
diagrammen weergegeven en worden besproken. 1. Opmerkingen vooraf Mezen zijn zeer actieve ongedierte (rupsen, kever, spinnen) bestrijders en dit vooral tijdens het grootbrengen van de jongen. Mij interesseerde het hoe vaak de jongen in het nest gevoerd werden. Uiteindelijk konden uit het aantal vliegbewegingen naar het nest (voer brengen) conclusies over de bestrijding van ongedierte gemaakt worden. Aan een boom in onze tuin hangt sinds vele jaren een mezennestkast, direct daaronder staat een schuur - met stopcontact - voor het tuingereedschap. Beiden, nestkast en schuur, waren de uitgangspunten voor de opzet van mijn experiment. 2. Nestkast De nestkast was van houtbeton met een afneembaar voorfront. Om de bezoeken in de
nestkast te registeren, was een apparaatje nodig dat een elektrisch signaal afgaf, dat
enerzijds de vogel niet stoorde en anderzijds een betrouwbaar signaal gaf bij betreden van
de kast door de vogel. Ik koos voor een mechanische microschakelaar die ik op een
aanspreekgevoeligheid van ongeveer 6 gram bracht. Een koolmees weegt ongeveer 10 gram, zo
was een zeker reageren van de schakelaar gewaarborgd. Toen het nest klaar was, echter voordat de eieren gelegd waren, bouwde ik een
elektronische thermometer (PT100, ongeveer 5 mm lang) in de bovenlaag van het nest. Beide
apparaten, signaalgever en thermometer werden met dunne lange draden met registratie
apparatuur verbonden. De microschakelaar werd met een elektromechanische teller verbonden, en daarnaast ook
met een elektronische schrijver. 4. Aantal nestbezoeken. Zoals eerder gezegd, had ik toegang tot de nestkast. Ik kon de nestkast, als de oudervogels er niet waren, altijd goed inspecteren. Bij alle onderzoeken was het belangrijkste doel de vogels niet te storen en ze niet te hinderen. Mijn registratie begon op de dag dat er in de nestkast 8 eieren lagen. Afbeelding 1: Aantal bezoeken nest tijdens observatie periode Na 13 dagen waren de jongen uit het ei gekomen. Tot deze tijd hadden het mannetje en
het vrouwtje samen ongeveer 40 maal per dag de nestkast bezocht, respectievelijk verlaten.
Het mannetje kwam vaker in de nestkast, om het broedende vrouwtje voer te brengen. Ik had niet gedacht dat het mannetje alleen in staat was de jongen succesvol groot te brengen. Ik wil ook niet uitsluiten dat, was het vrouwtje niet was gestorven, de jongen misschien een dag eerder het nest verlaten hadden. Het is duidelijk dat op het moment dat het mannetje alleen ging voeren, de jongen statistisch gezien de helft van het gebruikelijke voer kregen. 5. Nestbezoeken tijdens het broeden. Afbeelding 2: Bezoek frequentie nestkast tijdens broeden In het diagram is te zien dat tijdens de broedfase de activiteit van de mezen tussen 6 en 7 uur 's ochtends begon. Tussen 8 en 9 uur en nogmaals tussen 12 en 16 uur ging het vrouwtje zelf op zoek naar voedsel en de "poten strekken". Ze werd tijdens broeden ongeveer 2 maal per uur door het mannetje van voedsel voorzien. Het vrouwtje zat tamelijk vast op het nest en verliet het zelden. Na 21 uur trad voor de mezen de nachtrust in, er werd niet meer de nestkast in- of uitgevlogen. 6. Nestbezoeken tijdens het grootbrengen van de jongen. Afbeelding 3: Bezoek frequentie nestkast tijdens grootbrengen van de jongen Dit diagram verschilt duidelijk van het vorige diagram. Allereerst begint de dag 1 uur eerder voor de mezen, namelijk om 5 uur. Dan is te zien dat de nestkast ongeveer 15-20 keer per uur bezocht wordt. De jongen vragen steeds voedsel! De hoogste activiteit is tussen 6 en 9 uur, daarna tussen 18 en 20 uur. Zuiver menselijk geïnterpreteerd wil het zeggen dat de jongen na een nacht zonder voedsel 's morgen veel honger hebben, 's avonds krijgen ze extra veel eten om de lange nacht door te komen. Maar zo zal het wel niet zijn. Denkbaar is dat in deze piektijd het aanbod aan voedsel in de natuur het grootste is, waarop de vogels reageren. In ieder geval kan er geen tijd voor een middagpauze zijn. In het diagram is verder te zien dat de voedselverzorging, met enkele uitzonderingen na, redelijk gelijkmatig over de dag verdeeld is. 7. Waak- en slaaptijden. Afbeelding 4: ontwaak en slaaptijd van de mezen Het onderzoek startte in april/mei en duurde ongeveer 34 dagen. Tijdens deze tijd veranderde de daglengte, het werd steeds langer licht. De mezen hebben deze natuurlijke verandering ook gevolgd, ze stonden vroeger op en gingen later slapen. Door de ongunstige schaal van de assen kan deze verandering in uren helaas niet duidelijk afgelezen worden. Het opstaan 's morgens werd 1 3/4 uur vroeger, en het gaan slapen 1 1/4 uur later. 8. Temperatuur in het nest Afbeelding 5: temperatuur in nestkast Tijdens de onderzoekstijd werd de nesttemperatuur weliswaar continue geregistreerd,
maar niet de buitentemperatuur. Deze werd slechts af en toe afgelezen. Interessant was de
vaststelling dat, nagenoeg onafhankelijk van de buitentemperatuur, gedurende de
waarnemingen de nesttemperatuur steeds tussen 8 en 12 °C hoger was dan de
buitentemperatuur. Er was dus geen sprake van een nagenoeg constante temperatuur in het
nest. De temperatuurmeting met de PT100-voeler was zo gevoelig, dat binnen 15 seconde
vastgesteld kon worden of het vrouwtje het nest juist verlaten had, of weer teruggekomen
was. De afwezigheid van het vrouwtje in het nest was tijdens het broeden steeds zo kort,
dat de temperatuur in het nest nooit meer dan 2 °C daalde. Opmerkingen van Madelen Essens: |