De Bruinkopmees is ongeveer 13 centimeter en 11-13 gram en lijkt op de matkop. De Bruinkopmees is een standvogel in de noordelijke wouden. De bovendelen en de kap zijn zwart met een aparte bruine zweem. Een grote zwarte bef omringt de witte wangen. De witte onderdelen worden gemarkeerd door heldere roestbruine flanken. Biotoop: Bewoner van naald- en berkenwouden. Voedsel: Insecten, bessen en zaden. Nest: Holenbroeder. Het legsel bestaat uit 6 tot 10 roodgespikkelde, witte eieren. Broedduur: 14 - 15 dagen. De jongen verlaten het nest als ze 19 tot 20 dagen oud zijn. Geografische verspreiding: Standvogel van Skandinavië tot aan de Beringstraat en verder in West-Alaska. In Europa broedt hij in de hogere bergen van Zuid-Noorwegen en van Centraal-Noorwegen door Zweden tot Finland en Noord-Rusland. Aantal: 160 - 300 duizend broedparen. Namen:
Bron: o.a. De grote encyclopedie vogels van Europa (ISBN 90-438-0836-9) |