Persbericht, 30 oktober 2003
(NIOO-KNAW)
Opposites should attract?
Succes van broedvogels hangt af van persoonlijkheid
HETEREN (Gld.) - Je persoonlijkheid bepaalt hoe succesvol je bent, in overleving en
voortplanting. De persoonlijkheid is voor een groot deel erfelijk en beïnvloedt ook de
partnerkeuze. Twee biologen van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
onderzochten dit bij koolmezen. Binnenkort promoveren ze allebei in Utrecht. Het
onderzoeksprogramma om te begrijpen hoe de evolutie van persoonlijkheden verloopt, wordt
afgesloten op 10 november.
Waarom verschillen we allemaal in persoonlijkheid? Zelfs als we in dezelfde omgeving
wonen verschillen we. En hoe blijft die variatie behouden? Dit zijn de vragen waarmee
promovendi Kees van Oers en Niels Dingemanse van het NIOO samen met collega's aan de slag
gingen. Een dier - VAN AAP TOT OCTOPUS - reageert steeds hetzelfde op een bepaalde
stressvolle situatie. De persoonlijkheid ligt dus vast, net als je lichaamsgrootte
bijvoorbeeld. De twee extremen zijn: snel en agressief tegenover langzaam en voorzichtig.
Uit eerder onderzoek van het instituut bleek dat ongeveer 50 % van het gedragstype, of de
persoonlijkheid, erfelijk is. Modelsoort is de koolmees.
Kees van Oers: "Persoonlijkheid heeft duidelijk een genetische achtergrond - dus
heeft evolutie er grip op. Het vaststellen van de manier van overerving van
persoonlijkheid vormt een onmisbaar vertrekpunt voor het onderzoek naar de evolutie
ervan." Zonder die informatie kun je niet puur op grond van de ouders voorspellen wat
voor persoonlijkheid koolmeeskuikens hebben. Van Oers testte koolmeesfamilies op
verschillende eigenschappen. Hij concludeerde dat verschillende karaktertrekken
grotendeels op dezelfde genen berusten, je erft ze samen. Kortom: je krijgt een
'persoonlijkheidspakket'. Verder bleek het gedrag van de nakomeling geen simpele optelsom
van vader en moeder, want sommige onderdelen (genen) domineren. Iets minder maar ook
belangrijk is HET 'MOEDEREFFECT': jongen lijken wat meer op hun moeder dan op hun
vader. Van Oers: "Dit alles zit in onze modellen en daardoor kunnen we toch de
persoonlijkheid van nakomelingen voorspellen. Dat is essentieel voor onderzoek in het
veld." Hij promoveert op 3 november.
Door het werk van Van Oers konden Niels Dingemanse en post-doc Christiaan Both
conclusies trekken over persoonlijkheden in de natuur. Dingemanse nam het veldwerk met
natuurlijke populaties voor zijn rekening. Hij testte 1342 wilde koolmezen op hun
karakter. Daarna onderzocht hij voor deze vogels wat de gevolgen waren voor overlevings-
en voortplantingskansen. Zijn conclusie: "Opposites should attract!"
Als je kijkt naar de hoogste overleving en de hoogste voortplanting - de fitness - over
meer jaren, dan komen de 'gemiddelde types' het beste uit de bus. Dus niet de extreem
snelle of langzame dieren. Dat komt waarschijnlijk doordat gemiddelde types minder grote
variaties kennen in overlevingskans en ze uiteindelijk langer leven. Ook hebben ze de
beste kansen in BEUKENNOOT-ARME WINTERS, en dat zijn de algemeenste winters.
Dingemanse: "Ze hebben misschien niet de meeste kinderen, maar uiteindelijk wel de
meeste achterkleinkinderen denk ik." En hoe krijg je 'gemiddelde dieren': doordat
snelle mannetjes met langzame vrouwtjes paren, en omgekeerd. "Dit lijkt een bewuste
partnerkeuze," zegt Dingemanse, die op 10 november promoveert.
Persoonlijkheid heeft belangrijke gevolgen voor je kansen in het wild, maar de omgeving
van dat moment bepaalt de winnaars. In jaren met weinig voedsel in de winter
(beukennoten!) hebben snelle vrouwtjes, langzame mannetjes en jongen van gemiddelde ouders
meer kans. Maar een voedselrijke winter laat een heel ander beeld zien. De vetste kuikens
komen uit paren snel x snel en langzaam x langzaam, maar dit levert alleen wat op in
beukennotenjaren. NIET IEDER JAAR, en niet op iedere plek, is dus dezelfde partner
de beste keus. Dingemanse: "Door de wisselende kansen voor de verschillende
persoonlijkheden blijven de types naast elkaar bestaan."
Een ander gevolg is dat jonge snelle, agressieve dieren niet goed aarden in het sociale
leven op hun geboortegrond. Ze staan helemaal onderaan de ladder, kunnen niet goed omgaan
met die stress en vliegen weg om op een nieuwe plek hun geluk te beproeven.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) ondersteunde het
onderzoeksprogramma. In totaal bestond het programma uit drie promoties en één
postdoctoraal project. Dit is HET EERSTE persoonlijkheidsonderzoek dat de
genetische structuur en de gevolgen voor de overleving opheldert. De resultaten van Van
Oers en Dingemanse sluiten erg goed op elkaar aan. (Komt dat door een geslaagde combinatie
van persoonlijkheden?)
Het NIOO-KNAW is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie centra: voor ecologie van kust en
zee, van het zoete water en van het land. Op het NIOO-Centrum voor Terrestrische Ecologie
in Heteren richten de onderzoekers zich op het leven op het land.
Voor meer informatie:
· promovendus Kees van Oers, 06-48336176 / 0488-454267.
· promovendus Niels Dingemanse, te bereiken via de wetenschapsvoorlichter (hij is
inmiddels postdoc in Wales en heeft hier in Nederland geen vast nummer)·
wetenschapsvoorlichter Froukje Rienks, NIOO-KNAW, tel. 06-10487481 / 0294-239303,
Rijksstraatweg 6 Nieuwersluis.
Titel proefschrift Kees van Oers: Over de genetica van persoonlijkheden bij vogels:
mechanisme en structuur van gedragsstrategieën in de koolmees (Parus major).
Titel proefschrift Niels Dingemanse: Natuurlijke selectie en persoonlijkheden van
koolmezen in een veranderlijke leefomgeving.
Prof. dr. Arie van Noordwijk (NIOO en Universiteit Utrecht) is van beiden de promotor, dr.
Piet Drent copromotor (026-4791255).
Samenvattingen in het Nederlands zijn beschikbaar:
Illustraties op verzoek aanwezig. |