Lange nachten Voor mensenbegrippen gaan mezen vroeg naar bed. In december
gaan de eerste vogels al om kwart voor vijf de kast in. Ze zitten al in de kast terwijl
andere vogels zoals winterkoning en merel nog buiten rondscharrelen. Pas als het weer
licht begint te worden gaan de vogels naar buiten. Dat zijn dus lange nachten en tijdens
zo'n nacht verbruikt de mees veel energie om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden.
Daarom is het van groot belang dat ze na het opstaan weer snel voedsel kunnen vinden. Lukt
dat niet dan gaan de mezen de volgende avond slapen met te weinig reserves en kunnen
ze een koude nacht niet overleven.
Zo vonden we ooit in een proefbos bij Breda tientallen
dode mezen in de kasten na een dag met extreme ijzel. Deze vogels konden door de enorme
ijsafzetting op takken en twijgen onvoldoende voedsel vinden en gingen de nacht in met
onvoldoende reserves.
Op 28 december vond ik een mannetjes koolmees in een kastje in de tuin van de familie
Nanninga, die aan de lichte kant was. De volgende avond trof ik deze mees stervend aan in
een kastje bij Mevr. Hodes. Geheel onverwacht bleek er in dezelfde nestkast ook nog een
vrouwtjes koolmees te slapen.
Normaal slapen mezen altijd alleen. Mezen inspecteren de
kast voor ze erin gaan. Als die al bezet is dan zal de bewoner agressief op de nieuwe
bezoeker reageren. De laatste zoekt dan maar een andere slaapplaats op. Alleen als er een
ziek of dood exemplaar in de kast zit gaat de bezoeker gewoon naar binnen. Zo kun je soms
slapende exemplaren aantreffen naast of op dode soortgenoten.
(Algemene informatie en de mogelijkheid voor het melden van een ring van een dode vogel staat op deze pagina:
www.vogeltrekstation.nl/nl/vogels/ring-gevonden)
lees verder |
Skelet (met ring) van een koolmees
© Jan Visser
|