Koolmees houdt boomgaard rupsvrij

Bron: De Telegraaf, 1 maart 2003, door INA EGGINK 

INZET VOGEL BEPERKT SCHADE MET EEN KWART

HETEREN - De koolmezen in Nederland kijken reikhalzend uit naar het voorjaar. Over een paar maanden kunnen ze immers weer rekenen op hun favoriete maaltje: rupsen. Met het eten van rupsen bewijst deze mezensoort niet alleen zichzelf een grote dienst. De schade in appelboomgaarden door rupsen wordt met 25 procent teruggebracht als de appelteler twee tot vier nestkasten per hectare ophangt voor koolmezen.

Dat blijkt uit onderzoek van de biologe Christel Mols van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW): Zij promoveerde eerder deze week op de resultaten van haar studie.
Mols ging voor haar onderzoek niet over één nacht ijs. Maar liefst 48.000 appels van verschillende telers gingen door haar handen om zo de schade die rupsen aanbrengen aan het fruit, in kaart te brengen. Ze vergeleek de gezonde lekkernijen van telers die al wel in hun boomgaarden werken met nestkasten voor koolmezen met die van collega´s die niet op deze natuurvriendelijke manier aan ongediertebestrijding doen.

"Zo hebben we kunnen aantonen dat de economische rupsenschade terugliep van 4,4 procent tot 3,2 procent. Dat betekent concreet dat de telers een kwart minder schade hebben door simpelweg een aantal nestkasten op te hangen", legt Christel Mols uit.
Rupsen vormen één van de hoofdplagen in een appelboomgaard. Als de rupsen op tijd worden weggevangen richten ze geen schade aan. Appeltelers gebruiken hiervoor in het algemeen pesticiden, maar koolmezen kunnen een belangrijke aanvulling zijn.
Aan Christel Mols de vraag waarom ze haar aandacht heeft gericht op koolmezen en niet op een van de andere mezensoorten die Nederland kent. "In de eerste plaats is de koolmees makkelijk te lokken. Het is immers een vogelsoort die nestelt in een nestkast en niet zelf een nest bouwt. Hetzelfde geldt voor de pimpelmees, maar de koolmees is een territoriale vogel en verjaagt de pimpelmees. Er zijn veel meer koolmezen - naar schatting 150.000 broedparen - dan pimpelmezen dus de koolmees wint het daardoor. Andere mezensoorten houden zich liever in bossen op. Reden voor ons om specifiek ons onderzoek te richten op de koolmees."

In de winterperiode, als er geen insecten zijn, neemt de koolmees genoegen met zaden, zonnebloempitten en nootjes om de honger te stillen. Zodra het voorjaar aanbreekt en er weer lekkere insectenhapjes beschikbaar zijn, wordt de maaltijd aangepast. Volgens de koolmees gaat er immers niets boven een lekkere rups. De maaltijd bestaat dan ook voor 60 tot 80 procent uit deze beestjes. De rest uit langpootmuggen of andere insecten. Pa en moe koolmees moeten flink aan de slag als ze voer moeten zoeken voor hun kroost. Om een nest groot te brengen heeft een ouderpaar maar liefst 9000 voedseldieren nodig.
Het liefst zoekt de koolmees de dieren in de nabijheid van de nestkast. Met andere woorden: in de boomgaard als de teler daar een vogelhuisje heeft neergehangen. Mols heeft berekend dat afhankelijk van het aantal rupsen er twee tot vier nestkasten per hectare geplaatst moeten worden om het gewenste resultaat te krijgen.

De biologe verwacht dat haar onderzoek ertoe zal leiden dat meer appeltelers koolmezen als vliegensvlug hulpje in zullen zetten. Daarnaast hoopt ze dat te zijner tijd ook de spuitdrempel wordt aangepast. "Momenteel wordt een waarde aangehouden van 8 tot 10 rupsen op honderd bloemknoppen. Dan is er sprake van een acceptabele schade voor de teler. Als de waarde boven dit aantal komt, is het toegestaan om verdelgingsmiddelen te gebruiken. Als koolmezen een huis krijgen aangeboden in de boomgaard wordt de schade, zoals nu is gebleken, met 25 procent teruggebracht. Ik ben van mening dat de normwaarde opgehoogd moet worden tot bijvoorbeeld 12 tot 15 rupsen per honderd bloemknoppen voordat bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden. Dan bereik je hetzelfde niveau van aanvaardbare schade als momenteel zonder inzet van koolmezen. Alleen als de norm wordt aangepast komt de winst die de koolmees oplevert als natuurlijke rupsenbestrijder, ook werkelijk ten goede aan het milieu."