Rouwmees

Beschrijving:

De Rouwmees is ongeveer 13½ centimeter en 15-18 gram. Lijkt op de matkop, maar is groter en heeft een zwaardere snavel. De bovendelen zijn grijsbruin met een bruin zwarte kap, witte wangen en een grote zwarte bef. De onderdelen zijn wit, met een beige zweem over de flank.

Biotoop:

Bewoner van rotsachtige heuvelhellingen en naaldwouden met open plekken.

Voedsel:

Insecten en zaden.

Nest:

Holenbroeder. Het legsel bestaat uit 5 tot 10 roodgespikkelde eieren. Broedduur: 12 - 13 dagen. De jongen verlaten het nest als ze 21 tot 22 dagen oud zijn.

Geografische verspreiding:

Groene gebied: jaarvogel

Standvogel van het voormalige Joegoslavië zuid en oostwaarts via de Balkan tot Turkije en het midden Oosten.

Aantal:

127 - 527 duizend paren in het aangegeven gebied.

Namen:

• Deens Sørgemejse
• Duits Trauermeise
• Engels Sombre Tit
• Fins Balkanintiainen
• Frans Mésange lugubre
• Italiaans Cincia dalmatina
• Latijns Poecile lugubris
(voorheen Parus Lugubris)
• Nederlands Rouwmees
• Noors Balkanmeis
• Russisch Sredizemnomorskaya Gaichka
• Spaans Carbonero lúgubre
• Zweeds Balkanmes

Bron: o.a. De grote encyclopedie vogels van Europa (ISBN 90-438-0836-9)