Onderzoek
Een vraag die ik nog wel eens te horen krijg is: ' weten jullie na zoveel jaren nog
niet genoeg van die mezen?' Eerlijk gezegd gaat het onderzoek niet eens zozeer om de
mezen zelf, maar veel meer om de onderliggende, algemene wetmatigheden die een verklaring
geven voor wat we bij dieren in de vrije natuur waarnemen. De koolmees is voor dit
onderzoek uitgekozen omdat hij zo gemakkelijk te bestuderen is. Het is een standvogel en
dus het hele jaar aanwezig, hij is talrijk, hij broedt in nestkasten die gemakkelijk te
controleren zijn en waar je alle mogelijke registratieapparatuur aan kan vast maken en
bovendien is hij gemakkelijk te vangen. Om soortgelijke redenen kiest men in laboratoria
voor muizen, ratten, fruitvliegjes of bepaalde bacteriesoorten.
Natuurlijk wordt er ook wel onderzoek gedaan naar 'moeilijke' en zeldzame soorten, maar
dat gebeurt vaak omdat deze soorten bedreigd worden en er kennis nodig is om hun
voortbestaan veilig te stellen. De algemene biologische kennis die bij het onderzoek aan
een algemene soort als de koolmees verzameld wordt, is nodig om een beter
inzicht te krijgen in de problemen van zeldzame en bedreigde soorten.
In de loop der tijden is ons onderzoek sterk veranderd onder invloed van nieuwe methoden
en vragen. Onderzoek moet grensverleggend zijn, d.w.z. dat na het oplossen van vragen er
weer nieuwe vragen rijzen. Daarbij wordt natuurlijk ook dankbaar gebruik gemaakt van
nieuwe technieken. Denkt u maar aan al die spectaculaire resultaten dank zij het gebruik
van moderne moleculaire technieken. Zo is een klein druppeltje bloed van een
koolmees van enkele dagen oud al voldoende om het geslacht vast te stellen. Bovendien
kan de onderzoeker nagaan of de vader die we bij de nestkast aantreffen wel de echte
vader is.
Op Vlieland wordt de mezenstand al vanaf 1955 bestudeerd. Een aantal
basisgegevens wordt elk jaar verzameld, zoals aantal broedparen, legbegin, legselgrootte,
groei van de jongen, aantal uitgevlogen jongen, leeftijdssamenstelling van de broedvogels,
etc. |
Benodigdheden voor het onderzoek
© Jan Visser
|
|
Gemiddeld legbegin eerste legsels van Koolmezen op Vlieland (1960-2002). N.B. 40 april
= 10 mei
Hoewel de jaarlijkse variatie in legbegin zeer groot is, laat de rode lijn een geleidelijke
vervroeging van 3 dagen zien.
Het jaar 2002 was het vroegste broedseizoen dat ooit op Vlieland gemeten werd!
© Jan Visser NIOO Voorbeeld van een lange reeks! |
Zulke lange onderzoeksreeksen zijn zeer zeldzaam en van groot belang, b.v. om na
te gaan wat de effecten zijn van de veel besproken opwarming van de aarde.
lees verder
Bron: Mezenonderzoek op Vlieland (www.nioo.knaw.nl)
|